Hieronder vindt u een duidelijke handleiding voor het handmatig slijpen van een zaagketting, inclusief benodigdheden, stappenplan en praktische tips. Regelmatig slijpen zorgt voor beter zaagwerk, minder slijtage aan de motor en verhoogt de veiligheid.
Benodigdheden
- Ronde vijl (passend bij de kettingsteek, bv. 4.0 mm, 4.8 mm, 5.5 mm)
- Vijlggeleider of vijlmal (optioneel, maar aanbevolen voor nauwkeurigheid)
- Platte vijl (voor dieptestellers)
- Dieptestellermaat (voor het controleren van de dieptebegrenzer)
- Stevige werkbank of bankschroef om de zaag stabiel te houden
- Veiligheidshandschoenen en beschermbril
Stap-voor-stap handleiding
1. Voorbereiding
- Reinig de zaagketting van hars en vuil (bijvoorbeeld met Agealube Brake Cleaner).
- Zet de kettingzaag vast op een werkbank of gebruik een bankschroef.
- Draag werkhandschoenen.
2. Bepaal de juiste vijl en hoek
- Controleer in de gebruikershandleiding van je kettingzaag welke vijldiameter je nodig hebt.
- Gebruik een vijlmal voor het aanhouden van de correcte slijphoek (vaak 25°, 30° of 35°).
3. Begin bij de kortste tand
- Zoek de meest versleten (kortste) tand: begin hiermee, en gebruik dit als referentie voor de rest.
4. Vijlen van de snijtanden
- Leg de ronde vijl op de tand en hou die onder de juiste hoek.
- Vijl van binnen naar buiten, met gelijkmatige, soepele slagen.
- Druk alleen bij de heenbeweging, til de vijl op bij teruggaan.
- Geef elke tand evenveel slagen (bv. 3–5 keer).
- Slijp eerst alle tanden aan één kant, draai dan de zaag of ketting om en doe de andere kant.
5. Controleer en slijp de dieptestellers
- Elke paar slijpbeurten: controleer of de dieptestellers (de kleine ‘neuzen’ vóór elke tand) te hoog zijn.
- Gebruik een mal, en vijl indien nodig met een platte vijl.
- Te hoge dieptestellers → minder zaagkracht
Te lage dieptestellers → agressief zagen & trillingen
Wanneer moet je slijpen?
- Als de spanen kleiner of stoffiger worden
- Als de kettingzaag naar één kant trekt
- Na contact met steen, aarde of spijkers